Nu ook met koude de tumor te lijf: cryotherapie vult interventionele bronchoscopische therapiemogelijkheden aan

Door de aanschaf van een cryotherapieapparaat van de firma Erbe kon nu een leemte in de interventionele behandeling van endobronchiale tumoren worden opgevuld. De cryotherapie, die bij voorkeur met stikstof opereert, vormt een belangrijk therapiealternatief naast laser en argon-beamer. De methode wordt toegepast in het kader van de starre of flexibele bronchoscopie. De tumor wordt gedevitaliseerd door bevriezing en vervolgens verwijderd. Er spreken talrijke argumenten voor het gebruik van de methode. Er bestaat hierbij bv. geen endobronchiaal brandgevaar in tegenstelling tot bij de „hittemethodes“. Tijdens de narcose kunnen de meestal ernstig zieke patiënten zonder gevaar met hoge zuurstofconcentraties worden beademd. Ook stentdragers kunnen worden behandeld zonder het risico van ontbranding. Door de cryotherapie zijn door biopsie veroorzaakte bloedingen uit de tumor duidelijk zeldzamer. De cryotherapie is zelfs geschikt voor de verwijdering van verontreinigingen die met de in de handel gebruikelijke tangen vaak nauwelijks vastgepakt kunnen worden: De verontreiniging wordt gewoon bevroren met de flexibele sonde en kan dan worden geëxtraheerd. Ook in de diagnostiek heeft de cryotherapie grote voordelen: er kunnen bijzonder grote en kwalitatief goede biopsieën mee verkregen worden en door deze techniek neemt ook de diagnostische zekerheid van de transbronchiale biopsie bv. bij interstitiële longziekten toe.

Zurück zum Seitenanfang